Outcross fokken

Ontdek hoe outcross fokken kan bijdragen aan een gezondere toekomst voor de Oud-Duitse Herder. Leer over het verminderen van inteelt en het vergroten van genetische diversiteit binnen het ras. Samen werken we aan een sterker en vitaler ras.

Waarom Outcross Fokken?

Een veelvoorkomend probleem binnen het Oud-Duitse Herder ras is dat de verwantschapsgraad (COI – Coefficient of Inbreeding) vaak te hoog ligt. Dit betekent dat er in het DNA van de honden te veel onderlinge familiebanden aanwezig zijn, ook al liggen die soms ver terug. Wanneer er sprake is van (zelfs lichte) inteelt, neemt de kans op gezondheidsproblemen en ongewenst gedrag toe.

De Voordelen van Genetische Diversiteit

Door het DNA van zowel de moeder- als de vaderhond te bekijken en deze gegevens technisch met elkaar te combineren, kun je vooraf berekenen hoe hoog de verwantschap van de toekomstige pups zal zijn. Het doel hiervan is om al vóór de dekking in te schatten of een bepaalde combinatie een gezonde en verantwoorde match vormt.

Outcross en Backcross

Daarnaast kun je er als fokker voor kiezen om outcross te fokken, waarbij je een hond van een ander ras inzet. Hierdoor komen er nieuwe, frisse genen in de populatie terecht, wat de COI van de nakomelingen aanzienlijk verlaagt en de genetische diversiteit vergroot. Dit helpt om het ras op de lange termijn gezonder en sterker te maken. Uiteindelijk kun je er daarna voor kiezen om de Oud-Duitse Herder weer “terug” te fokken. Dit doe je door na de outcross drie generaties lang de nakomelingen opnieuw te kruisen met een Oud-Duitse Herder. Deze methode heet een backcross. Op die manier behoud je de frisse genetische bijdrage van de outcross, terwijl de nakomelingen uiterlijk en karaktermatig weer dicht bij de Oud-Duitse Herder komen te staan.